We gaan naar Bert en Marga en hebben een wasmachine achterin en veel andere spullen naast bagage voor 4 personen voor twee weken. Ik kan Marga op de achterbank niet zien, want tussen ons staat de Berlijnse muur. We stoppen bij de Moseltalbrucke en gaan naar de hotelkamer in Heidelberg. Rond 7 uur zijn we bij Erik en Rianne in Kappel. ‘s Nachts hebben we last van een ruziemakend koppel naast ons in de hotelkamer. Maandag: Rianne heeft appeltaart gebakken en we gaan aan de koffie. De wasmachine wordt naast de andere twee gezet en dan gaat de reis naar Ikea. Er wordt een auto gehuurd en de spullen worden verzameld. We eten bij Martins Brau na een tocht door de stad. Er viel enorm veel regen in de afgelopen dagen en de rivier overstroomt bijna. We hangen de lampen op en zetten het bed in elkaar. De matras mag 72 uur niet worden gebruikt – daar hadden we even niet op gerekend. Wij gaan via de bouwmarkt naar Kappel en hangen lampen en schilderijen op. Damea is niet thuis en wij rijden door het Zwarte woud via de Titisee. We gaan bij Zurzach de grens over en kijken bij het vroegere huis van Damea ‘Huize Bianca’. We gaan door naar Bern voor een Hotel Stettlen aan een drukke doorgaande weg. We gaan met de trein Bern in en bezoeken de hoofdstraat, de Bärengraben en de Rosengarten. Woensdag: we gaan naar Peseux en bezoeken de familie Pantillon met katten Mazurka en Banjo. Marga en ik krijgen een huisbezichtiging. Rond zevenen arriveren we in Grâne en daar treffen we een doodzieke Zipper. Bert en Marga slapen in de Blauwe kamer en wij in de Torenkamer op de grond bij de spinnen (het bed moet gerepareerd). We gaan gelijk aan de klus.