Met Winsum op excursie naar Oost -en WestDuitsland. We komen de 19de (op zaterdag) terug. De prijsopgave die we aanvragen in december 1983 is voor de data 7 tot en met 11 mei en het aantal personen is 30 + 4. De reissom is 250 gulden. Uiteindelijk besluiten we toch om het anders te organiseren. We overnachten van 17 tot 19 mei op Camping Insel in Bamberg met 13 tenten en 37 personen. Ik heb de reis voorbereid met Anneke Kuipers. De reissom bedraagt voor de leerlingen 250 gulden en ze hebben kunnen deelnemen aan een spaarregeling.

Mijn verslag van de reis: Herr Jansen – mitkommen. Met de leerlingen van de vierde klas uit Winsum op reis naar Duitsland. Dan denk je natuurlijk meteen aan West-Duitsland, maar wij wilden ook wel een kijkje nemen in het Oosten. Jaren geleden was ik al eens in Berlijn geweest en daarom trok het idee om nog weer eens naar Oost te gaan me helemaal niet. Om in WestBerlijn te komen moet je door Oost-Duitsland rijden en daar dan ook de grens passeren. Toentertijd – en dat is alweer 10 jaar geleden – was de grenscontrole behoorlijk streng. met spiegelauto’s langs de bus om ons op verstekelingen te controleren, strenge Vopo’s (Volkspolizei) en bij iedere ongeregeldheid uren langer bij de grens staan. En de Vopo’s hebben je paspoort zodat je niet voor- of achteruit kunt. Het resultaat: wachten. Zo hebben we twee uur bij Checkpoint Charlie gestaan, de overgang van West naar Oost Berlijn. Wat toen de meeste indruk heeft gemaakt is het feit dat ik me niet vrij voelde. Als ik nu besluit om naar Spanje te gaan, bij wijze van voorbeeld, dan pak ik de benenwagen, m’n fietsje of de trein en ik kan gaan. Maar in WestBerlijn kun je niet verder dan een paar kilometer. En overal wachttorens met verrekijkerglazen op je gericht. Nee, voorbij hoefde dat voorlopig niet weer.

Maar ik scheen er niet aan te ontkomen. Bij de voorbereiding van de reis viel onze keus toch op Oost en West Duitsland. Na wat telefoontjes en briefschrijverijen met de DDR-ambassade, het DDR-consulaat en de Jugendtoerist in Oost-Berlijn een tweedaagse reis geboekt bij Reisorganisatie Kontakt. Kamperen in de DDR leverde wat moeilijkheden op en het zelf organiseren bleek daar slecht mogelijk. Woensdag was het dan zover: de grens over. Nu hadden we hem al in de verte kunnen bewonderen bij Bad Sooden-Allendorf. Voor je gevoel hoort het ijzeren gordijn er ook zo uit te zien – een echte grens tussen twee landen. Alleen jammer dat daarachter mijnenvelden liggen en dat de platen ijzer die als grens dienen onder stroom staan. We zouden in Oost-Duitsland een gids meekrijgen en dachten natuurlijk meteen aan een oude knorrepot. Hier bleek in 10 jaar veel veranderd te zijn of er wordt op een reis naar Oost-Berlijn strenger gecontroleerd. Natuurlijk hield iedereen zich erg kalm bij de grens, het bleek wel een redelijk strenge controle maar niet meer zo angstaanjagend.

De bagage werd gecontroleerd, de paspoorten gecontroleerd en voorzien van een stempel, de pasfoto’s werden gecontroleerd, het aantal personen en de hoeveelheid ingevoerd geld. Dat kostte ons in tijd ongeveer een uur, wat op zich wel meeviel. Na koud 3 minuten in de DDR te zijn, reden we op een weg het dal in waar een bord 40 km stond. Ziedaar, verkeerspolitie. (En gewaarschuwde mensen tellen altijd voor twee). We reden twaalf kilometer te hard en dat kostte ons een boete van 30 DM. En ondertussen scheurden de Oost-Duitse auto’s ons voorbij. Nu rijden daar alleen tweetaktmotor auto’s (ze lopen op brommerbenzine) van de merken Trabant (door ons spottend trammelant genoemd) en Wartburg en ?. Deze motoren leveren een hoog aantal uitlaatgassen, waardoor alle Oost-Duitse steden er grauw uitzien en het er voor buitenlanders stinkt. Het sloeg me op de keel, resultaat kuchelhoestjes (voor de scheikundigen SO2). Onze gids bleek een jongeman van 25 jaar te zijn, Andreas. Hij kon ons veel uitleggen over alles was ons verbaasde zoals de auto’s. Er mochten geen Westerse auto’s worden ingevoerd en het duurde ongeveer 10 jaar voordat de nieuwe auto die je had besteld, afgeleverd werd. Zodoende werd voor veel jongens van een jaar of 14 al een auto besteld. En het geld was geen probleem volgens Andreas. De mensen in de DDR verdienen ongeveer 1000 Mark en de huur is ongeveer 50-70 Mark per maand. Verder is de keus in de winkels beperkt. Veel dingen zijn wel te krijgen, maar dan is er gewoon 1 merk. Verbazingwekkend zijn de communistische leuzen op borden, fabrieken en huizen. 35 Jahre DDR fur das Wohl des Volkes en die Frieden. Dat komt ons heel vreemd over, maar ik kan me ook voorstellen dat zulke leuzen op een gegeven moment bij een land horen en dat je dat als inwoners niet meer ziet. Andreas maakte ons ook duidelijk dat hij net als ieder ander commentaar had op de manier van aanpak van sommige problemen door de regering. Hij vertelde ook dat de oudere Oost-Duitsers meer problemen met het systeem in zijn land hadden dan de jongeren. ‘We hebben immers onze familie, ons gezin en ons werk hier’. En in het Westen is ook niet alles zo rooskleurig als het lijkt. Je moet ook ‘vechten’ voor een baan en heb je die dan moet je er ook gewoon voor werken. Ook liet hij ons merken dat hij nog wel kon lachen. Je hoeft niet te denken dat wanneer het er hier grauw uitziet, de mensen ook perse grauw moeten kijken.

Het leukste wat we meegemaakt hebben in de DDR is de disco geweest. Bij een landbouwmachinefabriek in de buurt van Eisenach hoorde een jeugdsoos, die door de arbeiders was opgebouwd. Deze soos was vooral voor jongeren, die lid waren van de communistische partij, maar anderen mochten er ook komen. Toch nog een kritische noot: de jongeren werden niet naar de jeugdsoos gedwongen volgens één van hen, maar je hebt ook weinig keus als dit de enige jongerenorganisatie is en je toch onder jongeren wilt zijn. En zo waagden we een dansje onder het toeziend oog van President Honecker. Het werd een bijzonder geslaagde avond. Er was voor drinken gezorgd en voor broodjes met vleeswaren. En denk niet dat de muziek ouderwets was. Precies hetzelfde als in West-Duitsland. Tot mijn grote vreugde heb ik zelfs Lionel Richie nog gehoord. Indrukwekkend was het bezoek aan het voormalige concentratiekamp Buchenwald. En tevens afschuwelijk. Je kunt je niet voorstellen dat daar zulke gruwelijke dingen zijn gebeurd.

Bestek / Muntgeld / terug de grens over / afscheid van de gids.

14 mei: op de camping in Spangenberg via de Deutsche Märchenstrasse. Na het diner bij hotel ‘Stöhr’ wandelen we naar de Burcht. 15 mei: op weg naar Fritzlar, de Edersee en slot Waldeck. We overnachten weer op de camping in Spangenberg. 16 mei: de grens over bij Eisenach – we nemen in de bus plaats in alfabetische volgorde. We bezoeken de Wartburg, Eisenach, Buchenwald, Weimar. We hebben een ontmoeting met de FDJ. In Eisenach logeren we in Jugendherberge ‘Arthur Becker’, Mariental 24 in Eisenach. 17 mei: stadsrondrit Erfurt, de grens over naar Bamberg. Vrijdag 18 mei: naar Bayreuth, de grotten van Pottenstein in die Fränkische Schweiz.