We gaan een week naar Grâne met Bert en Marga. We komen op zondag aan en gaan gelijk aan het werk met het poten van begonia’s en de vloerbedekking wordt verwijderd. Het gras wordt gemaaid. Stefan werkt op maandag bij Marthy en wij gaan naar Romans en Léoncel via Barbieres. Op dinsdagmorgen gaan de mannen naar L’oriol, wij gaan in de middag naar Emmaus en kopen een schuurmachine bij Morin. In de avond wordt de vloer geschuurd. Woensdag zijn we de hele dag op pad; naar de Ardêche, naar Pont d’Arc, naar Vallons sur voor het eten van ijs. In de avond zijn we een beetje benauwd van de was op de vloer. Donderdag doen we een bestelling bij Chris en Chris. We gaan met Marthy naar de markt en drinken koffie op het terras. We nemen om 12 uur eten mee en eten buiten met June. In de middag na de siësta zitten Marga en ik bij June op de veranda terwijl de mannen naar de Temple zijn. Vrijdag gaan we over Zwitserland terug en slapen in Mulhouse. Zondag ontdekken we dat iemand tegen Berts auto is gereden. We kopen in Kandel asperges en taart.