Categorie: Over Henk sr. (Pagina 6 van 16)

Over bas-bariton en vader Henk van den Brink senior

Nijmegen, 29 mei 1993

Artikel in de Gelderlander

Henk van den Brink: naar de sperziebonen, kropsla en druivenranken.

‘In Nederland moet meer met Franse slag gebeuren’

Henk van den Brink neemt afscheid van Nijmegen

Nijmegen – Hij woont al sinds december definitief in zijn tweede vaderland Frankrijk. Deze week is Henk van den Brink even terug om officieel afscheid te nemen als directeur van de Muziekschool. De receptie gisteren was op z’n eigen verzoek geen aaneenrijging van toespraken, maar volledig in stijl: hij verzorgde zelf een zangrecital met een cantate van Bach en liederen van Voormolen en Andriessen.

“Van de dagelijkse gang van zaken heb ik al enkele maanden geleden afscheid genomen”, vertelt van den Brink, ”Toen de fusie van de Lindenberg een feit werd, zat m’n taak er op. Ook andere functies, zoals dirigent van het mannenkoor in Leuth, heb ik toen al overgedaan. Maar ik heb nog wel contact gehouden met de Lindenberg, omdat ik nog steeds ideeën heb over muziekonderwijs en die graag uitwissel.”

Zijn grootste zorg is dat het muziekonderwijs in de huidige vorm in de toekomst veel te duur zal worden. “Honderd jaar geleden gingen al één docent en één leerling bij elkaar zitten. Als het zo doorgaat, kan binnenkort niemand meer muzieklessen betalen. Het resultaat voldoet ook niet meer. Muzikaal zit het wel goed, maar de leerlingen weten te weinig van het vak”.

Hij pleit niet alleen voor vernieuwing door groepslessen en gebruik van video en computer, in zijn visie moet het hele muziekonderwijs in Nijmegen en zelfs heel Nederland opengebroken worden. “Hier moet alles worden onderwezen wat met muziek te maken heeft, behalve het instrumentaal onderricht. Dat moet overgelaten worden aan privé-docenten. Ook zouden de lessen vaker verplaatst moeten worden naar wijken en scholen. Er zijn veel tegenstanders voor zo’n ommezwaai maar ik weet dat er ook mensen op dit instituut zijn met dezelfde ideeën. “

Bariton Vlak na de oorlog kon de toen 18-jarige Henk niet bevroeden dat hij een kleine vijftig jaar later zo begaan zou zijn met de toekomst van het muziekonderwijs. Hij studeerde af aan de HTS en ging als waterbouwkundige aan de slag. Op advies van een bekende begon hij te zingen en op den duur vertolkte hij als bariton regelmatig de Mattheus Passion en liederenrecitals. Pas in 1968 maakte hij er zijn beroep van: hij werd leraar solozang aan de Nijmeegse muziekschool, die toen nog aan de Parkweg gevestigd was.

Begin jaren zeventig al stortte hij zich op het landelijk muziekbeleid. In opdracht van de ministers van Onderwijs en CRM nam hij zitting in een commissie die leerplannen voor muziekonderwijs moest formuleren. Zes jaar later trok hij zich teleurgesteld terug in Frankrijk. “”We stuitten constant op een muur van ambtenaren. Die vonden dat ze allemaal prima adviezen gaven, maar zeiden er wel meteen bij dat het geen cent mocht kosten.”

Hij was overigens snel over zijn teleurstelling heen. Twee jaar later speelde hij al weer 150 keer de Mozart-opera Bastien en Bastienne in één seizoen. Maar wel in Frankrijk.

Terras

Het cultuurbeleid van dat land is voor hem nog altijd het grote voorbeeld. “Mitterand zei het jaren geleden al: we moeten investeren in onderwijs en cultuur. Opbouwen dus, niet afbreken. Dat verandert niet, ook niet nu er een rechtse regering is.”

Zijn liefde voor Frankrijk deed hij jaren geleden op, bij een kort bezoek aan een vriendin. “Ik zat op een terras in La Voulte sur Rhône in de Ardeche koffie te drinken. Toen kreeg ik opeens dat gevoel over me: hier hoor ik thuis.”

Hij kocht een huis in het plaatsje Grâne, in de Rhône-vallei. Toen hij in 1986 terugkeerde als directeur van de muziekschool was hij eigenlijk een Fransman geworden. “Soms werd ik wel raar aangekeken. Als ik bij de lunch geen koffie maar wijn dronk. Maar ook als ik dingen wat losser organiseerde. In Nederland zou ook eens wat meer met de Franse slag moeten gebeuren. Niet helemaal hetzelfde, maar een middenweg zou ideaal zijn.”

Als hij komende maandag zijn 65ste verjaardag heeft gevierd keert hij weer terug naar zijn huis in Frankrijk. “Naar de sperziebonen, de kropsla en de druivenranken. Maar dat is niet het enige dat ik heb te doen. Ik heb nog steeds leerlingen, geef nog regelmatig concerten met mijn vrouw June Pantillon en begeleid drie koren. “

‘Ich habe genug’ heet de cantate van Bach die hij gisteren bij zijn afscheid ten gehore bracht. “Het is de enige solocantate van Bach zonder koor; daarom heb ik die uitgekozen. Ik heb dus zeker niet genoeg van de muzieklessen.”

Rotenburg, 1 juni 1992

Aanzienlijk bereik: liedjes met Henk van den Brink Rotenburg.

Er zijn maar weinig hedendaagse componisten die zich hebben toegelegd op het componeren van liedjes, en liederen van bijvoorbeeld Richard Strauss, Hugo Wolf en Ottmar Schoeck staan ​​meestal aan het einde van het programma van een liedrecital, wat betekent dat ze als modern worden beschouwd. Pfitzner en Hindemith mogen hooguit volgen.

En het zou meer erkenning moeten verdienen wanneer zangers zich specialiseren in hedendaagse liedjes, in hedendaagse solozang. De Nederlander Henk van den Brink, directeur van het Conservatorium in Nimeque en bekende concertzanger, concentreert zich niet alleen op traditionele liederen en oratoria, maar ook op een uitgebreide interpretatie van moderne kunstliederen.

Het internationale jeugdkoorfestival gaf hem de kans om in een showcase voorbeelden te geven van de uitbreiding van artistieke mogelijkheden op het gebied van zangzang. Helaas was de grote, door de zon verwarmde sporthal een slechte setting, maar de luisteraars zouden ruimschoots worden gecompenseerd. Hoewel het niet altijd gemakkelijk was om de bariton te volgen, die afwisselend in drie talen babbelde en uitlegde, was het de moeite waard om de natuurlijke declamatie te ervaren waarmee Henk van den Brink zo’n perfect belcanto zong dat de enorme afstand tot Schuberts “Wanderer” of “Leiermann” in het niets oploste.

Zonder pauze zette hij de traditionele liedcompositie van de Romantiek voort, aanvankelijk met een liederencyclus van Alexander Purmagen op teksten van Rainer Maria Rilke. Geheel gebaseerd op volume en inhoud van de nummers, leidde hij zijn stem, die licht in de hoogte en vol in de diepte is, veilig door het aanzienlijke bereik in twee nummers van Arnold Schönberg / Stefan George uit de “Hanging Garden”.

Henk van den Brink demonstreerde de muzikale schoonheid van Amerikaanse liedjes met werk van bijvoorbeeld Samuel Barber. Enerzijds tekende hij de kleine kunstwerken fijn en filigraan (Daisy), anderzijds intensiveerde hij zich tot opera-uitbarstingen zoals in het gebed van een oud paard. Charles Ives, bekend als de “vader van de moderne Amerikaanse muziek”, werd gekenmerkt met twee nummers naar Lord Byron. Hier maakte de zanger indruk op ons met zijn intelligente frasering met zijn declamatoire dictie. Henk van den Brink sloot zijn programma af met “Froid Pastorales” van Henrik Andriessen naar Arthur Rimbaud.

Bijzonder opmerkelijk hierbij is de impressionistische pianobegeleiding: June Pantillon – haar eigen concertreizen voeren je door Europa en het Midden-Oosten – beperkte zich niet tot begeleiding, maar was een gelijkwaardige partner van de bariton. De pianolerares hanteert een zeer persoonlijke begeleidingsstijl, waardoor ze de kleuren van de pianopartij weet te benadrukken zonder zelf op te vallen.

Met “Shining Night” bedankten de twee artiesten het publiek voor het warme applaus.

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2025 Brinkie

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑